Veel mensen denken dat de levensverwachting van een organisme grotendeels wordt bepaald door erfelijkheid (nature versus nurture). Genen spelen echter een veel kleinere rol dan oorspronkelijk werd aangenomen. Het blijkt dat omgevingsfactoren zoals voeding en levensstijl minstens zo belangrijk zijn.

Gewoonten die verband houden met een lang leven bij mensen, zijn onder andere:

 

  • Vermijd teveel eten. Dierstudies suggereren dat een vermindering van zo'n 10 tot 50% van de normale calorie-inname de maximale levensduur kan verlengen en een lagere kans geeft op ziekten.
  • In het verlengde hiervan: voorkom overgewicht.
  • Beweeg voldoende. Regelmatige lichaamsbeweging kan de levensduur verlengen. Meer dan 150 minuten per week bewegen is het beste, maar zelfs kleine beetjes bewegen helpt al.
  • Slaap voldoende. Slaap is cruciaal voor het reguleren van de celfunctie en is erg belangrijk voor het optimaal functioneren van het imuunsysteem.
  • Vermijd chronische stress en angst. Beide kunnen de levensduur aanzienlijk verkorten.
  • Eet gezond. Voor mensen is dat een dieet rijk aan plantaardig voedsel, met name groenten, fruit, noten, peulvruchten, volkoren graanproducten en juist weinig tot geen rood en bewerkt vlees. Het levensverlengende effect wordt toegeschreven aan bepaalde voedingsstoffen in plantaardig voedsel, waaronder bijvoorbeeld polyfenolen, carotenoïden, foliumzuur en vitamine C.

 

Er is geen reden om aan te nemen dat dit voor andere diersoorten dan de mens heel anders zou zijn. Bijvoorbeeld: ook (huis)dieren met overgewicht leven korter dan hun soortgenoten die een normaal gewicht hebben. Daarnaast worden er voor veel humane studies gebruikt gemaakt van proefdieren, waarbij de proefdieren min of meer model staan voor de mens. Er zitten uiteraard wel enorme inhoudelijke verschillen in wat gezond eten, voldoende beweging en voldoende slaap inhoudt voor verschillende diersoorten.

 

Verder is preventieve zorg ook erg belangrijk. Je kunt geen lang leven leiden als je doodgaat aan een infectieziekte of een wormbesmetting. Denk in dit kader van preventie dus aan vaccinaties, etcetera. Wat een core-vaccinatie of de beste anti-parasitaire behandeling is verschilt per diersoort en per leefomgeving van dat dier. Ook hier geldt: maatwerk is essentieel voor een goed resultaat.